Muziek uit het legioenkamp

Inleiding

Het Romeinse Rijk, dat ooit begon als een republiek, groeide in de loop van de tijd uit tot een machtig keizerrijk. Onder leiders als Julius Caesar, Augustus, Nero en Caligula bereikte het rijk ongekende omvang en macht. De Romeinen excelleerden niet alleen op politiek gebied, ze waren ook meesters in civiele techniek. Hun aquaducten, bruggen en wegen getuigen van een verbluffende engineering die zijn tijd ver vooruit was.

 

Het Romeinse leger, bestaande uit goed getrainde soldaten, genaamd legionairs, vormde een indrukwekkende macht. Ze voerden veldtochten uit, zoals langs de Rijn bij Valkenburg, waar recentelijk resten van een Romeins kampement zijn ontdekt. Dit kamp, mogelijk een van de grootste vondsten in zijn soort, werpt een fascinerende blik op een tijd waarin Nederland het strijdtoneel werd tegen de Germanen. Naast hun militaire bekwaamheid hebben de Romeinen ook een blijvende erfenis achtergelaten op het gebied van cultuur - met literatuur, kunst en architectuur - die de tand des tijds heeft doorstaan en nog steeds van invloed is op hedendaagse samenlevingen.

Het Romeinse Rijk ontkwam niet aan de neergang. Interne verdeeldheid, economische problemen en externe druk leidden tot de uiteindelijke ineenstorting van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus. Het Oost-Romeinse Rijk, bekend als het Byzantijnse Rijk, bleef nog vele eeuwen bestaan. Kortom, de Romeinen hebben niet alleen de geschiedenis gevormd, maar hun invloed strekt zich uit over tijd en ruimte en hun erfenis is nog steeds voelbaar in verschillende aspecten van onze moderne tijd.

 

Kampement bij Valkenburg

Het recent onthulde Romeinse kampement bij Valkenburg is een opmerkelijk stukje geschiedenis dat  tot leven is gekomen. Terugblikkend op het bewind van keizer Caligula in de roerige jaren 40 na Christus, lijkt dit kamp te zijn opgebouwd als antwoord op de woelige tijd en militaire manoeuvres langs de Rijn. Dit Romeinse kamp, mogelijk het thuis van wel 5000 soldaten, opent een venster naar een tijd waarin Nederland een frontlinie werd in de strijd tegen de Germanen. De strategische ligging pal aan de oevers van de Rijn, de belangrijkste transportader van het gebied, benadrukt het belang van watertransport in die tijd.

 

Wat dit kamp extra bijzonder maakt, is de vernuftige Romeinse technologie die erin is verwerkt. In de constructie van de verdedigingswerken is gezaagd hout gebruikt, wat voor die tijd erg bijzonder was. Het  in Valkenburg gevonden hout is mogelijk een van de oudste gezaagde stukken hout van Nederland. Met andere woorden: dit archeologische wonder bij Valkenburg biedt een unieke inkijk in een tijd waarin Nederland verweven was met het grote Romeinse rijk.

Programma

Acteur: Tobias Wenting

 

Musici

StringWood Ensemble

Ella van der Mespel (viool), Emmy Storms (viool), Jurriaan Klapwijk (altviool), Jobine Siekman (cello) en Denise van Leeuwen (klarinet)

 

Aspirantenorkest Harmonie Katwijk o.l.v. Jaap van Duyn

Monique en Nina (fluit), Niek, Jet, Leonore, Giel en Wilma (saxofoon), Rosalina, Neeltje, Matthijs, Jette, Rachel en Eliza (klarinet), Willemijn, Sylvia, Bram en Lars (trompet), Livia (trombone)

 

Tamboer: Brian van Leeuwen

Programma

The Earle of Oxford’s March                                  W. Byrd, arr. Denise van Leeuwen

Marche Militaire no. 1, op. 51                                F. Schubert, arr. Denise van Leeuwen

De jonge prins van Friesland                                  Anonymous, arr. Denise van Leeuwen

Mars van de Heer van der Duyn                              Anonymous, arr. Denise van Leeuwen

Kaiserquartett op. 76 no. 3, deel 2 Poco adagio     F.J. Haydn

Nederlandse Taptoe Hymne                                   J.P. Laro, arr. Denise van Leeuwen

Festival Coronation March                                     P.I. Tsjaikovsky, arr. Denise van Leeuwen

Funeral March                                                       F. Chopin, arr. Denise van Leeuwen

 

Medewerkers

Geluidstechniek: Paul Schenkels

Lichttechniek: Jochem Warmerdam

Script: Tobias Wenting en Denise van Leeuwen

Decor: Dirk van den Oever

Crew: Dirk van den Oever

Begeleiding Harmonie Katwijk: Monique van Rijn

Programmatoelichting

William Byrd – The Earle of Oxford’s March

William Byrd (ca. 1540 -1623) was een Engelse componist en organist uit de renaissanceperiode. In deze tijd had muziek een veel bredere functie dan alleen als kunstvorm; ze speelde een integrale rol in het dagelijks leven, met name bij hofceremonies, banketten en andere sociale evenementen. Het hofleven was doordrenkt van muziek en William Byrd zelf diende aan het hof van Koningin Elizabeth I. Muziek werd vaak gebruikt om symbolische betekenissen over te brengen. In het geval van “The Earle of Oxford’s March” zou het stuk gecomponeerd kunnen zijn om de pracht en praal van een gebeurtenis rond de graaf (Earl) van Oxford te kunnen benadrukken. Het stuk vormde zo een indrukwekkende aanvulling op ceremoniële gelegenheden, waarbij muziek diende als een krachtig middel om symboliek en grandeur over te brengen. Ook na afloop van de ceremonie van de kroning van Koning Charles op 6 mei 2023 is dit stuk gespeeld.

 

Franz Schubert – Marche Militaire no. 1, op. 51

De 19e eeuw, de periode  waarin Franz Schubert leefde, kenmerkte zich door een grote populariteit van militaire marsmuziek. Deze marsen werden niet alleen gebruikt binnen militaire contexten, maar ook aangepast voor civiele gelegenheden zoals concerten, dansen en sociale evenementen. Componisten uit die tijd, onder wie Schubert, lieten zich inspireren door de levendige ritmes en krachtige melodieën van de marsmuziek en integreerden deze elementen in hun composities. Een opvallend marselement in de Marche Militaire no. 1 is het herhaaldelijk terugkerende signaalmotief dat door de gehele compositie loopt.

De Marche Militaire nr. 1 is in 1818 geschreven voor piano vierhandig en bedoeld als oefenmateriaal voor zijn pianoleerlingen tijdens zijn werk als muziekleraar. Gedurende Schuberts leven werd het stuk zeer populair en onderging het verschillende bewerkingen voor diverse instrumentaties.

 

De jonge prins van Friesland

De Mars van de Jonge Prins van Friesland is een compositie ontstaan in het begin van de 18e eeuw als eerbetoon aan prins Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, een stadhouder die een voorouder is van het huidige Nederlandse koningshuis. De componist blijft helaas onbekend. Deze mars heeft door de jaren heen zijn betekenis behouden en wordt vandaag de dag nog steeds gespeeld bij militaire ceremonies. De mars vervangt het volkslied wanneer een hoge gast, maar wel lager dan het staatshoofd, de ceremonie betreed.

 

Mars van de Heer van der Duyn

De Mars van de Heer van der Duyn wordt gespeeld wanneer een hoogwaardigheidsbekleder, zoals een koning, ambassadeur of de minister-president, de militaire troepen inspecteert die zijn opgesteld bij een ceremonie. De herkomst van deze mars is enigszins onduidelijk. De meeste militaire regimenten hebben hun eigen mars en deze mars zou kunnen verwijzen naar het voormalige cavalerieregiment Van der Duyn. Dit regiment nam de plaats in van het regiment dragonders van Slippenbach na de resolutie van de Staten van Holland op 20 december 1715. Niettemin doet de naam van de mars vermoeden dat ze ook een eerbetoon kan zijn aan een hooggeplaatst persoon. Deze persoon zou mogelijk Nicolaas Van der Duyn kunnen zijn. Hij bekleedde de functies van kwartiermeester-generaal, generaal-majoor van de cavalerie en kolonel van een regiment te paard. Tijdens de slag bij Ramillies in 1706 werd hij kortstondig gevangengenomen en in 1728 is hij overleden. Bijzonder is wel dat juist deze compositie tegenwoordig de kenmerkende muziek is bij militaire ceremonies.

 

Franz Joseph Haydn – Kaiserquartett op. 76 no. 3, deel 2 Poco adagio, cantabile

Het tweede deel van het “Kaiserquartett” van Franz Joseph Haydn werd geschreven in 1797, een tijd waarin Haydn in Engeland verbleef. Haydn werd geïnspireerd door het indrukwekkende Britse volkslied “God Save The King”. Dit deel, het poco adagio, opent met de melodie van zijn eigen werk “Gott erhalte Franz den Kaiser”, oorspronkelijk geschreven als een hymne ter ere van de verjaardag van keizer Frans II in het Weense Burgtheater. Later kreeg de hymne de status van het Oostenrijkse volkslied.

In dit muziekstuk blijft de melodie ongewijzigd gedurende het hele deel en wordt het afwisselend gespeeld door verschillende stemmen. De begeleidende partijen ondergaan veranderingen in harmonie en chromatiek, waardoor het stuk zich geleidelijk ontwikkelt en verdiept. 

 

Johannes Petrus Laro - Nederlandse Taptoe Hymne

Joop Laro (1922 – 1992) heeft zijn stempel gedrukt op de Nederlandse militaire muziekwereld als dirigent, klarinettist en componist. Zijn indrukwekkende carrière begon op het Koninklijk Conservatorium in Den haag, waarna hij als klarinettist werkte bij de Marinierskapel der Koninklijke Marine en als dirigent bij de Johan Willem Friso Kapel te Assen. In 1975 werd hij benoemd tot Inspecteur der Militaire Muziek en hij initieerde in die functie de Nationale Taptoe te Breda.

In dit stuk verwerkte de componist het  traditionele Taptoe Infanterie signaal op harmonieuze wijze tot een koraal. Dit werk wordt geassocieerd met nationale herdenkingen, met name de Nationale Herdenking op 4 mei, waar het Taptoe Infanterie signaal wordt gespeeld ter nagedachtenis aan de slachtoffers van oorlogen en vredesmissies.

Het Taptoe Infanterie signaal heeft zijn oorsprong in de militaire geschiedenis, waar het diende als het muzikale signaal voor het sluiten van de kroegen en het aankondigen van de avondklok voor soldaten. Geherintroduceerd in Nederland, is dit signaal nu verweven in de militaire muziektradities en wordt het traditioneel uitgevoerd op trompet.

 

Pjotr Iljitsj Tsjaikovsky - Festival Coronation March

De kroning van Tsaar Alexander III op 15 mei 1883 markeerde een symbolische gebeurtenis te midden van politieke en sociale onrust in Rusland. De regering van Alexander III kenmerkte zich door conservatief beleid en de ambitie om stabiliteit te herstellen na de turbulente jaren van zijn voorganger. Als eerbetoon aan de kroning van Tsaar Alexander III componeerde Tsjaikovsky de Festival Coronation March. De stad Moskou, als cultureel en historisch centrum, fungeerde als gastheer van grootschalige festiviteiten en zocht naar een indrukwekkende klank om de festiviteiten te begeleiden. Op verzoek van de burgemeester van Moskou componeerde Tsjaikovsky deze mars tijdens zijn verblijf in Parijs, waar hij bezig was met de instrumentatie van zijn opera “Mazepa”. Aanvankelijk was hij ontevreden over de onderbreking van zijn werk, maar hij begon desondanks met het componeren van de mars. Het resultaat moest een krachtig en koninklijk stuk zijn, doordrenkt met pracht, dat de grootsheid van Tsaar Alexander III weerspiegelde.

 

Camille Saint-Saëns – Marche Militaire Francaise, op. 60

Saint-Saëns’ Marche Militaire Francaise vormt het laatste deel van zijn Suite Algerienne, op. 60. Gecomponeerd in de late 19e eeuw, is dit werk geïnspireerd op Saint-Saëns reizen naar Algarije, dat  toen nog een kolonie was van Frankrijk. In de eerste drie delen van de suite zijn de sfeer en invloeden van Algarije te horen, terwijl in het laatste deel, de mars, de versnelde pas en de strijdlustige klanken van het Franse regiment klinken.

Historische anekdotes vertellen dat de Marche Militaire Francaise later, tijdens de Eerste Wereldoorlog, op een spottende manier is gebruikt door de Duitsers. Tijdens deze oorlogsjaren werd muziek soms ingezet als een vorm van psychologische oorlogsvoering, waarbij vijandelijke liedjes werden gebruikt om te spotten of te vernederen. De Marche Militaire Francaise is een opvallend patriottisch en een levendig stuk dat de Franse militaire trots weerspiegelt. Daardoor leent het zich voor ironie om de Duitsers in bepaalde situaties te bespotten. Toch waren niet alle uitvoeringen van de “Marche Militaire Francaise” tijdens de Eerste Wereldoorlog als spot bedoeld.

 

Frédéric Chopin - Funeral March

Chopin werd geboren in 1810 in Zwelazowa Wola, een dorp in Polen. In de 19e eeuw was Polen verdeeld en bezet door verschillende buitenlandse machten, waaronder Rusland, Pruisen en Oostenrijk. Chopin, die een diepe liefde voor zijn vaderland koesterde, voelde zich betrokken bij de strijd voor de onafhankelijkheid van Polen. Na de mislukte Novemberopstand tegen de heerschappij van het Russische Rijk in 1830, verliet hij Polen voor het eerst.

De Funeral March componeerde Chopin in deze tijd van opstanden en revoluties. De geest van patriottisme en strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid inspireerde hem en vele andere kunstenaars. De donkere klankkleur van de Funeral March wordt versterkt door de gebruikte harmonieën en de langzame, dreigende cadans van de mars roept beelden op van een plechtige processie. Deze mars, het derde deel van de Pianosonate nr. 2 in b-klein, wordt vaak geassocieerd met begrafenissen en is doordrenkt van de intense emoties van de tijd waarin Chopin leefde.